LANGS GROENE WEGEN 2: FIETSEN DOOR NEDERSAKSEN.


Nadat we ons fietsavontuur in Noordrijn-Westfalen hebben afgerond in Höxter, volgen we verder de Europa Radweg (R1) door Nedersaksen. Ook hier peddelen we door glooiende groene landschappen met verbazende vergezichten. Vanuit Holzminden trekken we naar de Harz met behalve de natuur zelf, de regionale gastronomie als rode draad. Op onze 130 km lange tocht verkennen we historische stadjes als Einbeck, Bad-Gandersheim, Bad-Harzburg en als summum de sprookjesachtige mijnstad Goslar.

Schloss Bevern, elegante Wesel-Renaissance tot in de puntjes.

Holzminden - Stadtoldendorf. 'Gute fahrt!' roept de sympathieke uitbater van Hotel Hellers Krug ons nog na. We verlaten Holzminden, maar niet zonder een leuke culinair ervaring, want in Hellers Krug hebben we bijzonder lekker gegeten. De Champagner-Senfsuppe, een klassieker gemaakt met drie soorten mosterd, was zelfs memorabel. Als we het stadje uitrijden, vinden we meteen weer aansluiting met de R1, de Europa Radweg die we al van Noordrijn-Westfalen volgen. We fietsen naar Einbeck met een etappe van 45 km. voor de boeg. De zon geeft present en de goede sfeer zit er meteen in. Ook het decor wil mee, want de R1 loopt hier door weidse landschappen waarvan een zalige rust uitgaat.

Is het nog ver?

Na vijf kilometer peddelen maken we een stop in Bevern, een ingedommeld stadje dat leeft op het ritme van de Beverbach. In z'n lange geschiedenis kende Bevern twee prominente figuren: Stephan Remmler en Statius von Munchhausen. De eerste was ooit zanger van rockgroep Trio en zong zich de onsterfelijkheid in met Da Da Da Da, de tweede was een notoir bankier-speculant die eind 16e, begin 17e eeuw monopolie op de lokale staal- mijn- en landbouw verwierf. Lucratieve bezigheden dus die het uitzongen tot de Dertigjarige Oorlog. Zijn nalatenschap bestaat uit een kleurrijk kasteel dat hij in 1603 liet bouwen in onvervalste Wesel-Renaissance: Schloss Bevern. Vanop het terras op het binnenplein bewonderen we bij een kop koffie de ornamentiek die uitblinkt in raffinement.

Fietsen aan de kant en genieten van de Duitse natuur hoort er bij.

We fietsen relax verder richting Stadtoldendorf, over slingerende landwegen en genieten volop van het zonovergoten landschap. Wanneer in Deensen de bewegwijzering het plots laat afweten zijn op onze intuïtie aangewezen. Na een kleine omweg door maïsvelden vinden we de R1 terug en enkele kilometers rijden we Stadtoldendorf binnen. Op aanraden van de hoteleigenaar in Holzminden lunchen we er in Haus am Eberbach, een bistro waar met dagverse streekproducten wordt gewerkt. We eten er een stoverij van spek, varkensvlees, gebakken aardappeltjes en verse groenten die geserveerd wordt in een kruiwagentje. Het bier dat we erbij drinken, Allersheimer, wordt in de buurt gebrouwen en matcht perfect met de lunch, het weer en ons goed humeur.


"De streekbieren die we proeven matchen perfect met het eten, het weer en ons goed humeur."

Een appeltje voor de dorst.

Stadtoldendorf - Einbeck. Over calorieën hoeven we ons geen zorgen te maken, want die fietsen we er galant weer af. De laatste 24 km. naar Einbeck slingert het fietspad door glooiende landschappen, de weg is zowat overal afgeboord met appelbomen vol blinkende appelen die smeken om geplukt te worden. De verleiding is groot en we plukken af en toe een gezond tussendoortje om weer wat energie op te doen. In de late namiddag bereiken Einbeck waar we verzeilen in een gezellige zaterdagdrukte. Nadat we hebben ingecheckt in ons hotel verkennen we de oude Hanzestad die geldt als de bakermat van de bockpils. Hun legendarische bier werd al in de middeleeuwen uitgevoerd naar (o.a.) Antwerpen. We proeven het op een terrasje tussen de vele laatmiddeleeuwse vakwerkhuizen met prachtige houtversieringen.

Einbeck.

Als fervente fietsers kunnen we niet zomaar voorbijlopen aan het beroemde fietsmuseum van de stad. Het Fahrradmuseum van Einbeck is het modernste van heel Duitsland en heeft een collectie historische fietsen om 'u' tegen te zeggen. En wat leuk is, we kunnen ze in het Museumshof zelf uitproberen. We zien er ook de kleinste fiets ter wereld. 's Avonds eten we in Brodhaus, de oudste herberg van Nedersaksen (1378) waar traditionele gerechten worden geserveerd in een origineel decor. 'Durst ist schlimmer als heimweh' lezen we op een leien bordje aan de muur, een understatement dat kan tellen in een bistro met 8 soorten Einbeckbier. Nadat we ons bord romige Kartoffelsuppe hebben uitgelepeld, steken we Biergoulash mit Einbecker senf achter de kiezen. Heel Duits, maar ontzettend lekker.


"Durst ist schlimmer als heimweh."

Zonnebloemvelden tussen Orxhausen en Bad-Gandersheim.

Einbeck - Goslar. Met een etappe van 67 km voor de boeg verlaten we Einbeck vroeg in de ochtend, want we willen kort na de middag al in Goslar zijn. De R1 slingert zich meteen door het stille groen van Nedersaksen. Fotogenieke plekjes vertragen de rit, met als summum de vele zonnebloemvelden tussen Orxhausen en Bad-Gandersheim. Even voelt het er alsof we door de Provence fietsen. Als we Bad-Gandersheim binnenrijden slaat de klok van de Romaanse Stiftskirche exact 12 uur. We lopen een uur achter op onze planning. We stallen onze fietsen op het historische marktplein voor een onvoorziene, maar korte verkenning van dit kleine kuuroord in de westelijke Harz.

Romaanse Stiftskirche Bad Gandersheim.

Rondom zien we vooral oude vakwerkhuizen en een prachtig stadhuis in Weser-renaissance waarin nu het stadsmuseum is gevestigd. In de schaduw van de Stifstkirche lunchen we in Osteria Antonio waar de vrouw des huizes ons met een brede glimlach bedient. In geen tijd loopt het terras helemaal vol. We eten er heerlijk Italiaans voor weinig geld. Vanuit Bad-Gandersheim hebben we nog een rit van 45 km. voor de boeg naar Goslar. Via Seesen bereiken we Hahausen waar we over een hobbelige bosweg ongestoord door het groen fietsen. Het is intussen beginnen regenen, maar in Langelsheim klaart de lucht weer langzaam uit. We bereiken de oude mijnstad Goslar in de late namiddag, twee uur later dan gepland, maar de zon schijnt weer volop.

"De zonnebloemvelden tussen Orxhausen en Bad-Gandersheim geven ons even het gevoel alsof we door de Provence fietsen."

Goslar.

Goslar. 'Een stadhuis als een witgekalkt wachtlokaal, plaveisel zo hobbelig als Berlijnse hexamaters, een labyrint van kromme straten en een fontein die er door de duivel op een nacht werd neergezet.' In deze snedige bewoordingen doorspekt met de nodige ironie vatte Heinrich Heine zijn bezoek aan Goslar samen in 'De Harzreis'. Heine bezocht Goslar in 1824 tijdens een voetreis door de Harz. Dat de stad er nog vrijwel hetzelfde uitziet als in zijn tijd, is te danken aan het feit dat ze gespaard bleef van bombardementen tijdens de twee wereldoorlogen. Vandaag telt Goslar nog meer dan 1200 authentieke middeleeuwse huizen en vele 'kemenaten', laatgotische stenen burgerhuizen. Dat Goslar op Unesco's werelderfgoedlijst staat, verwondert ons dan ook niks.

Marktplatz Goslar.

De highlights van het oude mijnstadje verkennen we tijdens een ontspannen avondwandeling. We zien er het indrukwekkende Kaiserpaltz, het grootste en best bewaarde 11e eeuwse wereldlijke gebouw van Duitsland. De Romaanse Dom werd in 1819 gesloopt, maar het voorportaal staat er nog. Heel imposant is het elegante Siemenshuis uit 1693. Het oudste vakwerkhuis van de stad, Sint-Annenhaus (1488) zien we in de Glockengiesserstrasse. Op Marktplatz lijkt het of we recht een decor van de Grimm broers inwandelen. Het Gotische stadhuis mag dan witgekalkt zijn, het lijkt allerminst op een wachtlokaal zoals Heine beweerde. Pal ernaast vergapen we ons aan het elegante Kaiserworth, dat opgeschmukt werd met kleurrijke figuren zoals het ludieke Dukatenmanneke waaronder in woeliger tijden wanbetalers in hun blote kont 'te kakken' werden gezet.

Gose donker en licht, oerbier uit de Harz.

Heines duivelse fontein is de 12e eeuwse Marktbrunnen, versierd met de keizerlijke adelaar. Door hard op de fonteinschaal te kloppen deed hij in de middeleeuwen dienst als alarm bij stadsbranden. Toch is dé grote bezienswaardigheid op Marktplatz het carillon waaruit elk uur een horde mijnwerkers tevoorschijn komt die de duizendjarige geschiedenis van de ertsmijnbouw in Goslar verteltNiet alleen mijnen, maar ook brouwerijen maakten van Goslar een welvarende stad. Ooit waren er meer dan honderd, vandaag blijft er nog maar een over: Brauhaus Goslar waar ze hun Gosebier nog steeds brouwen volgens een eeuwenoud recept. Leuk is dat je er ook nog eens heerlijk kan eten. We steken er een schotel Harz-specialiteiten achter de kiezen met Harzkaas, Gose-bierworst, Gose-schmaltz en een resem andere Gose-dingen. Het Brauhaus is dan ook een adresje waaraan je niet mag voorbijlopen.

"Niet alleen mijnen, maar ook brouwerijen maakten van Goslar een welvarende stad."

De Rammelsbergmijnen staan met Goslar op Unesco's werelderfgoedlijst.

Goslar - Bad Harzburg. 's Morgens vroeg fietsen we  Goslar uit onder een stralende zomerzon. Onze laatste etappe langs de R1 naar Bad-Harzburg belooft de mooiste te worden. Na enkele minuten al verzeilen we in het ongerepte groen van de Rammelsberg (636 m.), de noordelijke poort naar het Harzgebergte, waar we worden getrakteerd op een prachtig uitzicht over Goslar. Wat hogerop kijken we uit op de beroemde Rammelsbergmijnen die net als Goslar op Unesco's werelderfgoedlijst staan. Af en toe zetten we de fietsen aan de kant voor een fotoshoot of om wilde frambozen en braambessen te plukken, want die groeien hier volop. Na twee uurtjes relax fietsen bereiken we Bad-Harzburg langs de verkeersvrije Herzog Wilhelmstrasse waar het bruist van gezelligheid, zelfs op een zondagmorgen.

Wilde frambozen, een lekkernij langs de weg.

Met de fiets aan de hand wandelen we er langs mondaine vakwerkvilla's en statige belle-epoquehotels. In de 16e eeuw werden in Neustadt - zo heette Bad-Harburg vroeger - zoutwaterbronnen ontdekt. Neustadt werd in 1831 een kuuroord en 60 jaar later omgedoopt tot het chiquere Bad-Harzburg. Vanaf de Sole Thermen kan je de bijna 100 jaar oude kabelbaan naar de Grosse Burgberg (483 m) nemen. Er vertrekken interessante wandelroutes, zoals de Teufelstieg die recht naar de Brocken leidt, met 1142 m de hoogste berg van de Harz. Wij kiezen voor de nieuwste attractie: het Baumwipfelphades. Vanaf 26 m hoogte maken we er een adembenemende wandeling door de kruinen van de bomen en bekijken de natuur vanuit een heel ander perspectief. Een spectaculaire ervaring, de perfecte afsluiter van onze fietstocht door het groene Nedersaksen. Wordt vervolgd.

"Vanaf 26 m hoogte maken we een adembenemende wandeling door de kruinen van de bomen en bekijken de natuur vanuit een heel ander perspectief."

Baumwipfelphades Bad-Harzburg.

 © DICHTBIJ & VER WEG 2016 

Info over Duitsland: www.germany.travel/nl

FIETSEN IN NEDERSAKSEN PRAKTISCH:


SLAPEN:

Hotel Hellers Krug Holzminden: www.hotel-hellers-krug.de



ETEN & DRINKEN:

Haus am Eberbach - Stadtoldendorf: www.haus-am-eberbach.de

Brodhaus - Einbeck: www.mackes-brodhaus.de

Osteria d'Antonio - Bad Gandersheim: www.osteria-dantonio.de

Brauhaus Goslar: www.brauhaus-goslar.de




ZEKER DOEN:

Fietsmuseum Einbeck: Modernste fietsmuseum van heel Duitsland met een enorme collectie historische fietsen die je zelf kan uitproberen: www.stadtmuseum-einbeck.de

Baumwipfelphades Bad-Harzburg: Spectaculair 26 m hoog wandelpad door de kruinen van de bomen: www.facebook.com/baumwipfelpfadharz/

Schloss Bevern: Mooi gerenoveerde kasteel in onvervalste Weser-renaissance dat Statius von Munchhausen 400 jaar geleden voor zichzelf liet bouwen. Binnen is het een museum met een permanente en tijdelijke tentoonstellingen:  www.schloss-bevern.de

LANGS GROENE WEGEN 2: FIETSEN DOOR NEDERSAKSEN.

Geen opmerkingen

Naam

E-mail *

Bericht *

-->