ONDER VIER OGEN MET EEN GEISHA

geisha,

In het hartje van een van de modernste steden ter wereld zet ik met enige schroom, maar tegelijkertijd razend enthousiast, een flinke stap terug in de tijd. Na heel wat lobbywerk kan ik eindelijk een geisha interviewen, wat héél uitzonderlijk is want door de eeuwen heen hadden ze een code of silence. Ik ben al mijn hele leven geïntrigeerd door deze hoog opgeleide, wit geschminkte en in zijden kimono’s gehulde dames, waar een zweem van geheimzinnigheid rond hangt. Niet in Kyoto, maar in het trendy Tokio mag ik een blik achter de schermen werpen van een van ’s werelds oudste beroepen en kom ik terecht in een toch wel bevreemdend universum. Beam me up Scotty.

japan, tokio
Rond geisha's hangt een zweem van geheimzinnigheid.


Geisha’s spotten. Bij mijn eerste bezoek aan Japan, eind 2014, zie ik net als vele anderen een aantal geisha’s rondfladderen in de Gion wijk in Kyoto. Hier worden ze geiko’s genoemd. Fladderen is een groot woord. Ze lopen schichtig door de straten aan een bijzonder pittig tempo. Hen fotograferen is moeilijk, het voelt zelfs een beetje lullig aan. Je kan uiteraard de achtervolging inzetten, en als je een goeie foto wil moet dat ook, maar het ruikt net iets teveel naar paparazzi praktijken. De geishajagers staan net als pokemonjagers op het juiste uur op de juiste plaats. Mijn eerste avond in Kyoto kom ik toevallig voorbij, me afvragend wat al die mensen daar doen met hun fototoestel in de aanslag. Al snel volgt het antwoord. Twee geisha’s, achteraf gezien maiko’s (leerling geisha’s), stormen me voorbij, rennen kunnen ze niet op hun okobo’s (houten teensletsen), al zouden ze dat maar al te graag willen. Met hen praten is al helemaal uitgesloten.

Geishajagers zijn als paparazzi.

Een geisha en zeker een leerling geisha spreekt niet met vreemden. Vooral niet als ze ergens verwacht wordt waar ze veel geld betaald krijgt. Een avondje in het gezelschap van een paar geisha's kost toch al gauw een paar duizend euro. Ermee praten is dus zo goed als uitgesloten, de meeste geisha’s spreken bovendien geen woord Engels. Ik laat me wel vertellen dat hun gebarentaal en blikken soms veel meer zeggen dan een lang gesprek. Diezelfde avond komen er nog verschillende geiko’s en maiko’s door de beroemde Hanami-kojistraat gelopen, waar ik me tussen de prachtige houten machiya huizen toch al in een Japanse film waan. Hoe zuidelijker je gaat hoe drukker het wordt en hoe meer kans je maakt om geisha’s te spotten. Het is ook hier dat je de bekendste theehuizen vindt, hun werkterrein. Die area wordt Hanamachi genoemd, bloemenstad. Hier en daar stopt er een chique wagen en stapt een zakenman uit, al even gehaast. Net voor ik vertrek kan ik de blik grijpen van een geisha die een shop binnen rent. Ze blijft even staan en ik krijg helemaal gratis een brede smile.

Een blik en een foto, meer moet dat niet zijn.

Mission accomplished. Het duurt meer dan een jaar voor ik terug ga naar Japan. De regering heeft me uitgenodigd als enige Belgische journalist/bloggerIk moet daardoor heel wat mensen zien en meetings bijwonen tijdens mijn eerste dag in Tokio, in ruil mag ik mijn eigen verlanglijstje opstellen. Eerste punt: een interview met een geisha. Ik heb nooit eerder zoveel mails moeten schrijven en al mijn overredingskracht ingezet om uit te leggen waarom ik dat zo graag wil. Maar het antwoord dat het meest aansloeg was: ik wil graag Japan leren begrijpen en is er een betere weg dan via een geisha? Ze hebben er lang de spanning ingehouden. Pas een dag voor ik vertrok kreeg ik het verlossende antwoord dat er een korte ontmoeting kon geregeld worden, laat ’s avonds, na haar verplichtingen. Afspraak de dag na mijn aankomst, in volle jetlag, maar dat heb ik er graag voor over.

In de Gionwijk in Kyoto, zie je elke avond geisha's rondlopen.

Don't talk about sex. Ik ontmoet Azuki in Tokio. In de jaren ’20, dé glorietijd, waren er zo maar even 80.000, nu zijn er nog slechts een duizendtal geisha’s in Japan. De meesten daarvan verblijven in Kyoto, maar ook in Tokio, waar de zakenwereld bijzonder stresserend is, hebben mannen nood aan geisha’s om tot rust te komen. Ik ontmoet de dame die me met haar in contact zal brengen. Ze verwittigt me op voorhand: 'veel westerlingen denken dat het prostituees zijn, maar niks is minder waar. Geisha’s zijn gezelschapsdames die de geest en niet het lichaam bevredigen.' Ik glimlach. Ik mag daar dus vooral geen allusies op maken. Peilen naar haar verdiensten mag wel, maar of ik antwoord zal krijgen is niet zeker. ‘Ik ben een Belg, bij ons is dat ook een taboe,’ lach ik bemoedigend. De dame is meteen ook mijn tolk. Tot zover de lichaamstaal en de lange veelzeggende blikken waar ik op hoopte. Maar we hebben niet zoveel tijd, dus ik ben al lang bij dat iemand erbij is om te vertalen.

Azuki komt van de boot gestapt, we gaan samen iets eten.

Haast is de moeder van de mislukking. Azuki heeft samen met een andere geisha een feestje opgefleurd op een boot met dans, muziek en zang en zoals dat hoort met hoogstaande gesprekken met haar gasten. Ze is laat. Als er een ding is dat een geisha niet heeft is het haast. Een geisha rent niet, praat nooit snel, windt zich niet op over onbenullige zaken en haar glimlach is haar grootste wapen én middel om mensen op hun gemak te stellen. Op mijn vorige reis vertelde een Japanse man me dat een avond in het gezelschap van een geisha hem meer deed dan een meditatiesessie. Het bracht hem volledig tot rust. Wanneer Azuki van de boot stapt ben ik erg onder de indruk. Ze heeft een heel open, klassiek geisha gezicht en is mooi gekleed. Geisha’s dragen pruiken omdat hun haar aangepast wordt aan de seizoenen,  feestelijkheden en het gezelschap. Vroeger was het hun echte haar, maar moesten ze met hun hoofd op een bankje slapen om hun kapsel perfect te houden.

Azuki in vol ornaat, met de prachtige obi op de rug geknoopt.

Een broos evenwicht. Azuki neemt me mee naar een sushitentje in de buurt van haar okiya, het geishahuis. In Tokio wonen de meisjes en dames die in opleiding zijn niet persé in een geishahuis zoals in Kyoto. Maar ze heeft wel een mama-san, een dame die zorgt dat alles in goed banen wordt geleid en dus zorgt dat ze werk heeft. Ze zegt dat ze alleen woont, zoals de meeste geisha’s in de hoofdstad. Ze praat niet tegen mijn tolk maar tegen mij, waardoor ik me meteen op mijn gemak voel. ‘In Tokio is het allemaal iets minder traditioneel.’ Ik knik. Dat ze de kunst kent om met mensen om te gaan is meteen duidelijk. Ze is gereserveerd, maar tegelijkertijd erg ontwapenend. Haar breekbaarheid en bescheidenheid staan lijnrecht tegenover de sterkte en zelfzekerheid die ze uitstraalt. Het is een broos evenwicht. Ze heeft het perfecte gezicht voor een geisha, kleine ogen, mooie lippen, slank. ‘Dat vond mijn lerares traditionele dans ook,’ zegt ze, ‘die heeft me aangemoedigd om ook shamisen te leren spelen, hét geisha instrument, een soort driesnarige banjo.’ En dan is de stap niet zo groot meer. Ik droomde nooit als klein meisje om geisha te worden, ik was veel te wild, ook als teenager.’ Ze glimlacht. Ik ben een laatbloeier.Vroeger werden de meisjes al vanaf hun vijfde opgeleid.

Een geisha met een pintje, niet meteen een regulier plaatje.

Sushi en een biertje. We bestellen sushi, Azuki eet als een vogeltje. Of ze op haar lijn let, vraag ik lachend. Ze schudt glimlachend nee. Als ik vraag wat ze wil drinken, bestelt ze tot mijn grote verwondering een Japans biertje. ‘Als ik gasten entertain drink ik ook,’ zegt ze als ze mijn verbazing merkt, meestal hetzelfde als zij. Ze kijkt naar mijn sake en zegt verontschuldigend: ‘vanavond heb ik al sake gedronken.’Naarmate het gesprek vordert komt ze iets losser. Rond haar inkomen hangt inderdaad veel mist. ‘Rijk ben ik niet,’ zegt ze. ‘De vorige generaties waren dat wel, omdat ze danna’s hadden, welgestelde heren die hen financieel steunden.’ Niet alleen de lessen maar ook de kimono’s zijn peperduur en een sponsor vinden is veel moeilijker dan vroeger.Mijn tolk voegt er nog aan toe dat ze 40 % van haar verdiensten afdraagt aan de mama-san, zeg maar manager, die ervoor zorgt dat ze continue werk heeft.’ 'Vroeger entertainde een geisha haar klanten net zolang het wierrookstokje brandde, glimlacht Azuki 'en dat bepaalde de prijs.' Maar wat haar prijs is kom ik niet te weten.

Azuki slurpt haar schelp leeg in een kleine sushitent tijdens ons gesprek

Hoe het allemaal begon? Azuki's danslerares introduceerde haar bij een beroemde geisha, die op haar 90ste nog aktief was. ‘Ze leerde me de shamisen bespelen. Van haar heb ik veel opgestoken,’ zegt ze zachtjes. ‘Zij kende de conversatiekunst als geen ander en had enorme klasse. Ze was 78 jaar lang geisha, een betere lerares kan je je niet bedenken.’ Als ik vraag wat het beste is dat ze van haar geleerd heeft, wikt ze haar woorden: 'vriendelijke gereserveerdheid.' Maar na anderhalf jaar overleed ze. Ik wilde toen alles opgeven, want vond vooral de shamisen een vreselijk moeilijk instrument.’ Andere geisha’s probeerden haar te overtuigen om te volharden. ‘En dat deed ik,’ zegt ze en alweer verschijnt die zalige rustgevende glimlach op haar gezicht. Van zodra ik de shamisen onder de knie had kon ik beginnen als geisha, ik was geen kind meer, dus de opleiding duurde geen tien jaar. Ik ben nu 7 jaar geisha en studeer nog elke dag. Voor mezelf ben ik nog een geisha in opleiding. In Tokio is er geen inloopperiode als maiko (leerling geisha) zoals in Kyoto. Het valt me op dat ze bijna niets eet, mijn vragen gaan duidelijk voor. Pas wanneer ik zeg dat ze eerst best wat eet, slurpt ze een van de schelpen leeg, een beeld waar ik me niet meteen op had voorbereid toen ik het interview kreeg toegezegd. Het lijkt alsof ze plots mens wordt en uit haar half engel, half porseleinen poprol afdaalt naar ons rijk. Slurpen is een groot woord, want het gebeurt zonder enig geluid en met grote elegantie. Ze nipt ook voorzichtig aan haar biertje wat een nog veel vreemder beeld is. Niet meteen het reguliere plaatje. Maar dat maakt het net bijzonder.

Geisha's stralen rust uit.

Een geisha als symbool. Als ik Azuki vraag waarom geisha’s witte gezichten hebben, vertelt ze dat het stamt uit de tijd dat er in het keizerlijk paleis geen licht was en entertainers, dus ook geisha’s, hun gezicht wit schminkten om in het schaarse kaarslicht gezien te worden. Deze traditie bleef, want het gaf hen een bovenmenselijke flair. Hun gezichtsuitdrukkingen worden erdoor verzacht. De felrode lippenstift die enkel in het midden van de mond wordt aangebracht zorgt ervoor dat je van op afstand niet ziet of ze boos of lief kijkt, of ze lacht of pruilt. Het is pas na een uurtje, want het gesprek, doorweven met stiltes, duurt veel langer dan me was toegewezen, dat ze emoties toont en bv. voluit lacht. Ze vertelt me dat de make-up en het aankleden haar elke dag 2u kosten. De kimono kan ze onmogelijk alleen aantrekken, daarvoor heeft ze de hulp nodig van haar mama-san. De obi op de rug is het moeilijkste onderdeel. Ik las dat deze lendenband of ceintuur hen vroeger onderscheidde van de prostituees (yujo’s). Want ook die hadden kimono’s, maar hun obi opende vooraan om begrijpelijke redenen. Dit soort luxe prostituees bestaan niet meer. Ze hadden teveel concurrentie van goedkopere dames uit het buitenland. Maar de geisha is een blijver en kent nog steeds groot aanzien. Ze is een symbool, het eerste waarmee ik Japan associeer.

Azuki wil graag met me op de foto.

Omotenashi met een tikje meer. Als mijn tolk op haar horloge begint te kijken wil ik tot slot nog graag weten wat Azuki het belangrijkste vindt in haar werk. ‘Als ik gasten entertain moet de avond heel speciaal worden, ze betalen veel, dus ik probeer ze eerst te doorgronden, want niets ligt op voorhand vast. Ik lees de sfeer in de ruimte, hun gemoedstoestand. Willen ze gewoon praten, me horen zingen of eten en naar muziek luisteren? De avond bepaalt het gesprek, het moment bepaalt de aktie. Mijn taak is om, vóor het onder woorden wordt gebracht, te weten wat mijn gasten wensen, dat heeft zelfs een naam Kikubari,' zegt ze glimlachend. 'Heel belangrijk,' zegt ze, 'is ook dat ze het zelf leuk vindt, dat zorgt voor harmonie, pas dan is de avond geslaagd en zullen de mannen in kwestie tevreden zijn. Het zijn bovendien niet altijd alleen maar mannen. Vrouwen werken tegenwoordig even hard en hebben evenveel nood aan ontspanning.' Het afscheid is erg hartelijk, ze wil nog graag poseren met me. Ze buigt en verdwijnt dan bijna geruisloos. Ik blijf een beetje verweesd achter tot mijn tolk me uit mijn waas helpt en zegt dat de taxi er is. Ik begrijp eindelijk het woord omotenashi, authentieke Japanse gastvrijheid, met in Azuki’s geval net dat tikje meer.

Een van de antieke houten machija huizen in de de beroemde Hanami-kojistraat in Kyoto.


© M.T. DICHTBIJ & VER WEG 2016


Reizen naar Japan? Sinds 25 oktober 2015 zijn er met ANA dagelijks rechtstreekse vluchten Brussel-Tokio, prijs: 779€, vliegtijd: 11u 20 min, meer info op www.ana.co.jp


Info over Japan vind je op: www.jnto.go.jp

ONDER VIER OGEN MET EEN GEISHA

Geen opmerkingen

Naam

E-mail *

Bericht *

-->